Een kapel met Gallo-Romeinse inscriptie nabij Vaison-la-Romaine

Even buiten het dorpje Entrechaux, op de weg naar Mollans, vermeldt een wegwijzer de kapel van Notre-Dame de Nazareth. Na enkele honderden meters slaan we af, komen voorbij een verlaten landbouwexploitatie en bereiken even verder, nadat de smalle weg nog even snel naar beneden en weer omhoog is gegaan, de kapel. Het portaal is afgeboord met een laag muurtje met in het midden een doorgang. Op de linkerkant van die doorgang vinden we een oude Latijnse inscriptie van elf regels. Regels zes tot en met tien zijn goed leesbaar. Daarin vernemen we dat een vrouw, Pompeia S., dit grafschrift opdraagt aan haar beste vader (patri optimo) Q., die priester van de keizerlijke eredienst was en hogepriester in Die.

grafsteen van Quintus Pompeius

Wat vertellen echter de andere regels? In zijn Dictionnaire des communes de Vaucluse (Editions A. Barthélemy, Avignon, 1985, p. 174) geeft R. Bailly een vertaling.

De vader heet Quintus Pompeius en was prefect van de Vocontii. De streek rond Vaison krijgt in toeristische folders opnieuw haar oude benaming, pays des Voconces, maar daarmee is nog niet duidelijk of het gaat om een stedelijke magistraat van Vaison, van Die of van het platteland. Het feit dat we de grafsteen terugvinden in een kapel in de buurt van Vaison, betekent immers niet automatisch dat we te doen hebben met een notabele uit Vaison.

Zo toont het archeologische museum van Vaison een grafsteen voor Antistia Pia Quintilla, priesteres van de keizerscultus in Colonia Flavia Tricastinorum, het huidige Saint-Paul-Trois-Châteaux. De dame bezat ook nog landgoederen in Arles en uiteraard in Vaison zelf. De steen was trouwens aangetroffen tijdens opgravingen vlakbij het Huis met de Dolfijn.

Een aandachtige studie van de foto van de steen doet ons vermoeden dat de rest van de titulatuur zich moet bevinden op de zwaar beschadigde regels drie tot vijf. Bij het begin van de derde regel merken we AE op, bij het begin van de vierde PRAEF (praefecto) en op het einde een B en op de vijfde regel T I ? R T R A...

Op eigen kracht zullen we hier nooit uit geraken. Door de jaren heen hebben geleerden, archeologen, historici en filologen duizenden Latijnse inscripties verzameld. Ook enkele bisschoppen van Vaison hebben zich daarmee bezig gehouden en zo bezitten we nog de inhoud van vele fragmenten die in materiële vorm in privé-bezit zijn geraakt, vernietigd werden of gewoon van de aardbodem verdwenen zijn. Sinds het einde van de negentiende eeuw bestaat de nog immer groeiende verzameling van het Corpus Inscriptionum Latinarum.

Zou het opschrift in die verzamelingen terug te vinden zijn? Kunnen we die verzamelingen raadplegen via het internet? Ja, dat kunnen we. Met de hulp van het rekencentrum van de Kath. Universität Eichstätt-Ingolstadt stelde prof. Dr. Manfred Clauss, intussen bijgestaan door Anne Kolb, Wolfgang A. Slaby en Barbara Woitas, de online-databank EDCS samen: Epigraphik-Datenbank Clauss-Slaby. Op basis van trefwoorden (de database kunnen we benaderen in het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans) en door gericht te filteren volgens Romeinse provincie of stad kunnen we aan de slag.

We typen in het vak "Zoektekst 1" Pompeia, en in het vak "Zoektekst 2" filia, laten de Booleaanse operator "EN" aangevinkt en bij provincie (typ de eerste letter of selecteer uit de lijst) kiezen we voor Gallia Narbonensis (we zijn immers niet zeker of de steen van Vasio - Vaison afkomstig is). We krijgen een lijst met 16 opschriften en vinden daarin onmiddellijk wat we zoeken:

publication: CIL 12, 01371 (p 825) = CAG-84-01, p 428 EDCS-ID: EDCS-08501061 province: Gallia Narbonensis place: Entrechaux / Vasio Q(uinto) Po[mpeio 3 f(ilio)] / Volt(inia) [3] / aedili [3] / praef(ecto) Bo[don]/tior(um?) pr(aetori) V[as(iensium) 3] / flamini d[ivi Aug(usti)] / pontif(ici) deae [3] / Pompeia S[ecunda] / filia / patri opt[imo] / ex modic[itate] inscription genus / personal status: sacerdotes pagani

Op de eerste lijn staan de referenties van de Corpus Inscriptionum Latinarum, van de Carte Archéologique de la Gaule, département Vaucluse (84), deel 1 en van de database zelf. De tekst tussen vierkante haakjes is gereconstrueerd op basis van vergelijkingen met gelijkaardige inscripties. De vermelding [3] wijst op een lacune in een regel. Geleerden plaatsen aanvullingen van gekende afkortingen tussen ronde haakjes. Ze doen dit ook wanneer ze ontbrekende letters met voldoende zekerheid kunnen vervangen. Meer info vind je onder advice/informations d'emploi/Sucherläuterungen.

Quinto Pompeio…

Q (afkorting voor Quintus, hier in de datief Quinto) PO (de rest van de regel is onleesbaar, maar voortgaande op het feit dat we de naam van de dochter kennen, moet hier staan: Pompeius, zoon van ...)
VOLT(inia): uit de stam van de Voltinia, (één van de 35 comitia tributa een volksvergadering van Rome; iedereen die het Romeinse burgerrecht verwierf, werd toegewezen aan één van die comitia, in de provincia Gallia Narbonensis dikwijls aan de tribus Voltinia)
AEDILI
PRAEF(ecto) BO: ondanks de aanwezigheid van een B en het wegvallen van de lettergreep 'con' stellen we voor om Bocontiorum - Vocontiorum te lezen (op de bekende Peutingerkaart staat de naam van het volk trouwens ook geschreven als Bocontii ); zie ook L. Lamoine, Le pouvoir local en Gaule romaine, p. 131. Chr. Goudineau in Les fouilles de la Maison au Dauphin, Recherches sur la romanisation de Vaison-La-Romaine p. 292, leest 'prefect van de pagus van de Bodontii'; in de Baronnies draagt een vallei de naam Val Bodon.
TIOR(um) PR(aetori) V: de letters 'as' zouden zijn weggevallen en 'Vas' staat zo voor Vasiensium, van Vaison, maar nu verkiest men de lezing Voc(ontiorum), van de Vocontii
FLAMINI D: divi Augusti, flamen die de eredienst van de keizerscultus verzorgde
PONTIF(ici) DEAE: pontifex van Die (een andere belangrijke hoofdplaats van de Vocontii)
POMPEIA S (eerder Secunda dan Sexta)
FILIA
PATRI OPT(imo): aan haar beste vader
EX MODIC (te verstaan: modicitate sua): op haar kosten

Stadsmagistraat

Het opschrift is wellicht afkomstig van een grafmonument, opgericht door de dochter van een belangrijke Vocontische notabele. Zijn naam was Quintus Pompeius, aediel, prefect en praetor van de Vocontii, priester (flamen) en hogepriester (pontifex) in Die van de keizercultus.

Het bestuur van een autonome Gallo-Romeinse stad verwees naar de republikeinse instellingen van Rome (op juridische grond kon het gaan om een echte kolonie met Romeinse burgers, een stad of kolonie met Latijns burgerrecht — municipium of colonia latina — of een inheemse stad die een verdrag met Rome had gesloten, een civitas foederata, zoals Vasio Vocontiorum of het huidige Vaison). In een echte veteranenkolonie zaten duumviri, bijgestaan door aediles, de senaat van notabelen, decuriones (meestal grootgrondbezitters), voor; in steden bestuurd naar Latijns recht vervulden quattuorviri, bestaande uit twee duumviri iuri dicundo (rechtspraak, algemene leiding), bijgestaan door twee duumviri aedilicia potestate (financiën, spelen, markttoezicht, voedselvoorziening) die rol. Een praefectus van de nachtwacht stond in voor de brandweer en de politie.

Het omringende platteland was onderverdeeld in districten (pagi ) die bevolkingskernen en uitgestrekte landerijen (villa's) omvatten. Hun aangelegenheden werden behartigd door een plaatselijke raad, voorgezeten door praefecti of magistri pagi.

De rang van praetor verdient enige toelichting. Oorspronkelijk was dit in het republikeinse Rome de hoogste gezagsdrager (die later consul ging heten), daarna een magistraat juist onder de consul die de grondlijnen van de rechtspraak uittekende. Wellicht wordt in het grafschrift de titel praetor gebruikt, omdat Quintus Pompeius duumvir iuri dicundo is geweest. De rang aediel verwijst naar het feit dat hij waarschijnlijk voordien ook de functie van duumvir aedilicia potestate in Vaison had bekleed.

Onze eerste interpretatie hebben we na lectuur van het artikel van Jacques Gascou (zie hierna) in de Actes du Xe Congrès international d'épigraphie grecque et latine — Nîmes 4/10 tot 9/10/1992 moeten bijstellen: Vaison en bij uitbreiding de civitas Vocontiorum heeft nooit duumviri gekend.

In de Gallia Narbonensis vinden we de rang van praetor niet alleen terug in de civitas foederata van de Vocontii, maar ook in Nîmes, Narbonne (in de titulatuur van duumvir en quattorvir), Carcassonne en Aix. In navolging van Jacques Gascou Magistratures et sacerdoces municipaux dans les cités de Gaule Narbonnaise p.128-134 en 140 corrigeren we de oorspronkelijke reconstructie Vasiensium in Vocontiorum, omdat de bevoegdheid van de praetor zich uitstrekte over de hele civitas. Dit gold ook voor de tweede in lijn: de praefectus praesidio et privatis Vocontiorum, wiens titel we best kunnen vertalen met 'prefect voor politie en brandweer (bescherming van eigendommen)'. Op het volgende niveau stonden de aediles van de civitas en daaronder ten slotte de praefecti en de aediles van de pagi en van de steden Vaison en Die (voor de bevoegdheden van de aedielen: zie de opmerking hiervoor bij de duumviri aedilicia potestate).

Burgerrecht

De Vocontische familie Pompeius Trogus verkreeg het Romeinse burgerrecht op basis van de verdiensten van de grootvader van de historicus Gnaeus Pompeius Trogus in de Spaanse veldtocht van de Romeinse staatsman Pompeius tegen Sertorius. Eén zoon, de vader van de historicus, trad op als secretaris van Julius Caesar tijdens de Gallische oorlog en een andere onderscheidde zich in de veldtochten tegen Mithridates. In keizer Augustus' tijd schreef Gnaeus Pompeius Trogus Historiae Philippicae (44 boeken) die handelen over de geschiedenis van vele volkeren uit de wereld van de Middellandse Zee met als centrale thema de geschiedenis van het Macedonische wereldrijk, waarvan Philippus II de grondslag legde. Het werk is verloren gegaan, maar één zesde is bewaard gebleven in een bloemlezing (Epitomê) van M. Iunianus Justinus (met korte inhoudsopgaven van de afzonderlijke boeken). Trogus, Pompeius. (2010). Encyclopædia Britannica. Encyclopaedia Britannica Ultimate Reference Suite. Chicago: Encyclopædia Britannica.

Door na de Romeinse verovering nauwe banden aan te gaan met belangrijke politieke actoren te Rome, tijdens de overgang van de Republiek naar de vroege Keizertijd, konden aristocratische families, zoals die van Pompeius Trogus, in het verdrag ( foedus) dat de verhoudingen tussen Rome en de Vocontii bepaalde, belangrijke economische en financiële voordelen bekomen voor hun civitas, voor hun stad Vaison en, niet onbelangrijk, voor zichzelf. Deze geldstromen kunnen de aanwezigheid verklaren van de talrijke luxueuze domus en van een indrukwekkend forum en theater in een eenvoudige provinciestad. (J-C. Meffre en J. du Guerny, Vasio Vocontiorum: essai sur quelques-unes de ses élites, leur rôle dans l’obtention du foedus des Voconces et l’enrichissement de la ville in: Revue archéologique de Narbonnaise, deel 49, 2016. pp. 113-132)